Buyeo-Jeonju-Boan

Geplaatst op Geplaatst in Korea

Inmiddels heeft onze Kya volks-wagen de nodige kilometers gemaakt in Korea. We rijden dan ook ontspannen, op het nonchalante af, naar Jeonju. Zo´n twee-en-een-half uur rijden ten zuiden van Seoul.
Deze zelfverzekerdheid straft zich onmiddellijk af met een behoorlijke deuk en kras op de vierwieler.

Buyeo

 Onderweg parkeren we de auto in de  laatste hoofdstad van het Baekje koninkrijk (18 voor Christus tot 660 na Christus). Buyeo, het viel in 660 voor de geallieerde strijdkrachten van Silla en Tang (China). De reis gids stuurt ons naar het Busosanseong bos met de Nakhaam rots. Het geeft uitzicht over de Geumgang rivier. Het verhaal gaat dat zich hier zo´n 3000 hofdames van de rots hebben geworpen om niet in de handen van de vijand te vallen. Het pad naar beneden leidt naar de Goransa tempel met de bron waaruit je moet drinken om zo´n drie jaar jonger te worden. Vandaar gaan we naar het Seodong park. Een beeldenpark met de Gungnamji brug, gebouwd aan het einde van de Baekje periode. In de zomer loop je hier door een moeras met bloeiende waterplanten. Nu was het er vooral geel met ontluikend groen aan de bomen en natuurlijk de kersen bloesem. Op de terugweg naar de auto de Jeongnimsaji tempel aangedaan met de beroemde granieten pagode.

Jeonju

We overnachten in Jeonju, iets meer naar het zuiden. Jeonju is vooral bekend om zijn historische binnenstad: “Hanok Village”. Zo´n 800 traditioneel Koreaanse woningen. Daaromheen heeft zich een moderne geïndustrialiseerde stad ontwikkeld. Aan de rand van Hanok Village hebben wij een “hanok” besproken. Na onze ervaringen in Gyeongju willen niet meer iets anders. Maar van historisch is hier geen sprake. Het is een drie verdiepingen hotel waarvan het gebruikelijke meubilair in de kamers heeft plaats gemaakt voor een matras op de grond. Maar wel vloerverwarming.  Jeonju is een mooie stad om doorheen te lopen. Bezienswaardigheden als: “Gyeonggijeon Shrine” met het portret van de stichter van de Joseon dynastie, koning Tae-Jo. Pungnammun gate, een van de vier overgebleven stadspoorten in de stadsmuur. Vanaf  Omokdae (groot feest geweest daar toen Yi Seong-Gye – de latere koning Tae-Jo – de japanners verslagen had) heb je een mooi uitzicht over Hanok village. Vanaf Omokdae kun je ook oversteken naar “Jaman Village”. Gebouwd tegen een berghelling met nauwe straatjes en vol  muurschilderingen. Vanaf hier lopen we langs het water terug naar ons hotel en komen langs een Koreaans cultureel centrum. Er worden wedstrijden gehouden in historische dansen. In de avond, na de bimbimbap maaltijd, sneeuwt het! Daarom maar snel naar het overdekte deel van de Jeonju Nambu markt om een ijsje te kopen.

Boan-Myon

We rijden onze volgende overnachting plaats, Boan_Myeon, voorbij om naar Gochan te gaan. Bekend om z´n hoge concentratie aan ´Dolmen`. In Nederland kennen we die als hunebedden. Hunebedden stammen uit de periode 4000  – 2000 voor Christus. De Dolmen in Korea komen uit 1000 voor Christus. Het zijn de graven uit die tijd, of wellicht beter: knekel plaatsen. Vandaar rijden we in noordwestelijke richting naar het Seonunsan park. Onderweg, op traditionele Koreaanse wijze, gebarbecuede paling gegeten. In het Seonunsan park staat een Zen tempel uit 577, Seonun-sa. Daarachter lopen verschillende wandel paden het achterliggende gebergte in. Een van die paden loopt naar een gigantische boeddha in een berg gekerfd. S´avonds komen we aan in Boan_myeon, ons appartement aan een meer. De volgende dag naar het eiland Sinsido. Over de Saemangeum zeedijk. De langste zeedijk in de wereld toen het in2006 werd afgemaakt. Daarvoor had de afsluitdijk die eer. Met deze dijk is een groot waddengebied ingepolderd. Naar het hoogste punt op het eiland is een steile klem maar dan heb je ook een mooi uitzicht. In het haven plaatsje een vis uitgezocht en opgepeuzeld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.